“Ik wil het allemaal hebben. Mislukte foto’s bestaan niet.” – G.P. Fieret Er is vrijwel geen oeuvre zo eigenzinnig en merkwaardig als dat van Gerard Petrus Fieret (1924-2009). Deze markante fotograaf legde op obsessieve wijze alles vast wat op zijn pad kwam: mensen, dieren, straattaferelen en zichzelf – maar vooral veel vrouwen: modellen, studenten, moeders, danseressen en serveersters, of alleen hun lichaamsdelen, zoals borsten, voeten of lange benen. Hoewel hij slechts tien jaar (1965-1975) dagelijks fotografeerde, heeft Gerard Fieret een enorm oeuvre opgebouwd. In Nederland wordt hij gezien als een van de grondleggers van de autonome fotografie. De laatste jaren krijgt zijn werk bovendien steeds meer internationale erkenning. Toch is hij bij het grote publiek veel minder bekend dan tijdgenoten als Paul Huf en Ed van der Elsken. Het Fotomuseum Den Haag organiseert, in samenwerking met het tentoonstellingsplatform Le Bal in Parijs, het eerste grote retrospectief van Fierets werk na zijn dood.
Tijdens zijn leven heeft Gerard Fieret zijn eigen carrière vaak gedwarsboomd. Wim van Sinderen, conservator van het Fotomuseum Den Haag, herinnert zich talloze onverwachte bezoekjes van Fieret. De ene keer kwam hij langs om stiekem zijn in de collectie opgenomen werken te signeren, dan weer kwam hij naar het museum om in vuilniszakken gepropte foto’s te schenken of lange handgeschreven brieven vol met door paranoia ingegeven beschuldigingen af te leveren. Fieret was bovendien wispelturig en bemoeide zich op een vrijwel onwerkbare manier met de totstandkoming van tentoonstellingen en publicaties. Desondanks heeft het Fotomuseum Den Haag in 2004 een grote tentoonstelling kunnen organiseren ter ere van zijn tachtigste verjaardag en heeft het Gemeentemuseum Den Haag in 2010 de nalatenschap van Fieret verworven. Met deze erfenis van circa duizend objecten, waaronder twee jerrycans gevuld met honderden verloren gewaande negatieven, is de toch al grote Fieret collectie van het museum in omvang gegroeid tot ongeveer 2500 voorwerpen en foto’s. In de tentoonstelling zijn, naast foto’s uit de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, bruiklenen opgenomen van particuliere verzamelingen, Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Leiden, Huis Marseille in Amsterdam, Van Abbemuseum in Eindhoven en de galeries Kahmann in Amsterdam en Deborah Bell in New York.
Turbulent leven
Gerard Petrus Fieret werd op 19 januari 1924 geboren in Den Haag en beleefde een onstabiele kindertijd. In 1926 liet zijn vader het gezin in de steek. Fieret werd opgevoed door zijn moeder en twee zussen en bracht bovendien tijd door bij pleeggezinnen en in kindertehuizen. Als jongvolwassene werd hij tijdens de Tweede Wereldoorlog verplicht om te werken in Duitsland. Aan het einde van de oorlog keerde hij terug naar Den Haag. Hij stond daar een jaar ingeschreven aan de Academie van Beeldende Kunsten (de huidige KABK). Pas in 1965 stortte Fieret zich op de fotografie, daarvoor maakte hij vooral gouaches en houtskoolportretten. Henri van de Waal (1910-1972), professor Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden, was een van de vroegste bewonderaars van het fotografische werk van Fieret. Dankzij Van de Waals inzet bezit de Universiteit Leiden nu de grootste collectie van Fierets werk ter wereld en werd zijn fotografie onder de aandacht gebracht van onder meer het Gemeentemuseum Den Haag. In 1971 presenteerde dit museum de eerste grote solotentoonstelling van Fieret.
Eigenzinnig oeuvre
Gerard Fierets foto’s worden getypeerd door merkwaardige onderwerpkeuzes, quasi achteloze composities en al dan niet expliciete erotiek. Zowel tijdens het moment van opname als in de donkere kamer trok hij zich niets aan van fotografische conventies. Zijn werk past bij de tijdgeest van de jaren 60 en 70, waarin academische regels verafschuwd werden en naakt een symbool van vrijheid was. Hoewel Fieret ervan gruwde wanneer hij met anderen werd vergeleken, vertonen zijn foto’s toch tot op zekere hoogte overeenkomsten met het werk van tijdgenoten als Frans Zwartjes, Sanne Sannes en het fotowerk van Anton Heyboer. Zodra hij zijn eigen stijl in het werk van anderen herkende, volgde aan het adres van de betreffende collega’s een beschuldiging van plagiaat of zelfs diefstal. Prominent aanwezig op vrijwel al Fierets foto’s zijn dan ook de stempels en signaturen waarmee hij zijn copyright angstvallig bewaakte. Zijn foto’s tonen zijn neiging tot herhaling en zijn onvermoeibare drang naar het experiment. Hij speelde met de wetten van de verschillende ontwikkel- en afdrukprocédés op zoek naar spannende effecten. Hij gooide niets weg, ook geen mislukte foto’s. Tegelijkertijd drukte hij zelden een negatief meerdere malen af en als hij dat toch deed werd geen enkele afdruk hetzelfde. Een foto van Gerard Fieret is altijd uniek. Bron
Sanne Sannes fotografeerde in zijn korte leven steeds weer vrouwen en hun seksuele verlangen. Naaktheid, liefdesdaad, intimiteit en omhelzing: de fotograaf zit zijn onderwerp dicht op de huid en cirkelt eromheen. Samen vormen de close-ups een lange ‘filmische’ reeks waarin erotiek en verlangen centraal staan. bron
Sannes maakte met name zwart-witfoto’s, met zeer grove filmkorrel. In zijn werk is geen realistische weergave te zien, maar een persoonlijke impressie. Zijn belangrijkste thema was de jonge vrouw.
Hij maakte in 1966 een fotofilm voor de VPRO. Deze weigerde de film uit te zenden en stuurde hem terug naar de montagetafel, maar hij heeft de film niet kunnen afmaken. Niet zozeer het naakt, maar het sadisme ging de omroep te ver. De film ging over Lucia Campert, de toenmalige vrouw van Remco Campert, die vlak voor haar dood wraak neemt op de mannen uit haar leven. Sannes fotografeerde haar en andere meisjes (half)naakt als stripteasedanseres, femme fatale, prostituee en vampier om haar fantasieën te verbeelden.
Sannes overleed na een modereportage op 30-jarige leeftijd als gevolg van een auto-ongeval in Bergen (Noord-Holland). Zijn assistent Gerrit Jan Wolffensperger raakte gewond; een van de fotomodellen, Yvonne Vel, heeft ondanks een langdurige revalidatie nooit meer haar beroep kunnen uitoefenen.
Nine Dragon Heads Internationa; ArtGroup in Belem Lecture & Art Meeting 28-8-2018
21 artistas estrangeiros do Nine Dragon Heads estarão em Belém
para conhecer nosso circuito e fazer redes colaborativas.
Esse evento, organizado pelo querido Armando Sobral e Paul Donker Duyvis também terá uma fala minha sobre alguns dos novos artistas da produção visual paraense. Terça feira agora, no MUfPA!
21 buitenlandse kunstenaars van Nine Dragon Heads zijn in Belem zijn om ons Kunst-circuit te leren kennen en samenwerkingsnetwerken te maken.
Dit evenement, georganiseerd door Armando Sobral en Paul Donker Duyvis. Beeldend Kunstenaars,
informeert over de Kunst situatie in Belem.
Introduction Nine Dragon Heads by Park Byoung UK & Ali Bramwell
Lecture By John Fletcher”
Cultural Aspects and Visual Arts in Amazon”
MUFPA Museum, Belem 15;00 h
Lecture John Fletcher
Address:
GOVERNADOR JOSÉ MALCHER ESQUINA COM
Corner / Angolo
GENERALÍSSIMO DEODORO, Belem
About Nine Dragon Heads
een korte geschiedenis
In 1995 realiseerde de Koreaanse performance kunstenaar Park Byoun-Uk met de oprichting van ‘Nine Dragon Heads’ zijn grote droom. Met deze organisatie wilde hij kunstenaars uit verschillende werelden en culturen bij elkaar te brengen in projecten, symposia en exposities die veelal de vorm van een gezamenlijke reis aannemen. Hoewel de uitvalsbasis Zuid-Korea is, vinden de projecten overal in de wereld plaats.
Zuid-Korea verkeerde lang in een cultureel isolement en de Koude Oorlog duurt hier in feite nog immer voort. Sinds de Koreaanse oorlog zijn militairen uit de Verenigde Staten permanent in dit verdeelde land gestationeerd. In hun kielzog kwamen missionarissen die als buffer tegen de communistische ideologie Zuid-Korea moesten ontdoen van het boeddhisme en het sjamanisme. Het christendom maakte volgens sommige Amerikaanse politici de bevolking minder ontvankelijk voor het communisme. Velen zagen met lede ogen aan hoe met het geïmporteerde protestantisme ook de eeuwenoude tradities en cultuur verdwenen.
Door het opzetten van internationale manifestaties met kunstenaars uit het Westen en het Oosten bracht Park de nieuwste ontwikkelingen naar Korea en andere Aziatische landen. Aanvankelijk hadden zijn projecten vooral een ontregelend en provocerend karakter binnen het gesloten en conservatieve kunstklimaat van Zuid-Korea. Zo moest de beroemde Fluxus-kunstenaar Nam June Paik tot begin jaren negentig wachten tot hij in zijn geboorteland zijn eerste solotentoonstelling kreeg.
Park wil met zijn projecten hedendaagse kunstvormen koppelen aan tradities en rituelen uit de rijke geschiedenis van de islamitische, boeddhistische en sjamanistische culturen in Azië. De kruisbestuivingen vinden spontaan plaats door ontmoetingen en samenwerkingen. Behalve in officiële kunstruimtes en musea worden de projecten meer en meer in de openbare ruimte en in de natuur georganiseerd. Zo wordt niet alleen de kunstwereld, maar ook de lokale bevolking direct bereikt.
De bewoners op het platteland, de bergen en de eilanden bleken eeuwenoude tradities tegen de verdrukking in gekoesterd te hebben en vormden een directe bron van inspiratie voor de bezoekende kunstenaars: Projecten zoals Jump to the Island en Jump to the Unknown.
Kernonderdeel van Nine Dragon Heads tot nu toe was het volgen van de zijderoute over verschillende jaren verspreid.
De zijderoute is de bekendste interculturele verbindingsweg tussen Azië en Europa. Venetië is de belangrijkste Europese stad aan de zijderoute. De plaatsen die bezocht werden langs de zijderoute zijn eeuwenoud en problematisch. Verdroging door gewasbesproeing en jaar in jaar uit hetzelfde gewas: de katoen plantages in de woestijn rond het Aralmeer zorgden voor de grootste door mensen veroorzaakte milieuramp tot nu toe. Op de drooggevallen bodem van het immense meer werden tussen de roestige scheepswrakken performances gedaan en installaties gemaakt. Uzbekistan verbiedt journalisten en demonstraties op deze beladen plek. Het moge duidelijk zijn dat deze onderneming een illegaal karakter droeg. Doel was op een indirecte wijze internationaal aandacht te vestigen op de dramatische waterverspilling bij het Aralmeer in het bijzonder en bij de katoenteelt in het algemeen. De reis, de acties, exposities en performances zijn vastgelegd door de Koreaanse TV in een lange documentaire en werden na de uitzending online gezet op Youtube.
Recente locaties waren oa. Tiblisi Georgië, met een tentoonstelling in het Qarvasla museum (2012). Het Istanbul Symposium 2012 in het Istanbul Modern (www.istanbulmodern.org). Het reeds genoemde ecologische rampgebied van het drooggevallen Aralmeer in Oezbekistan (2012) en het Moodeung Museum of Contemporary Art, Gwangju, zuid Korea (2013). Ieder jaar neemt Nine Dragon Heads mee aan Sarajevo Winter Festival (ondersteuning door oorlog zwaargetrofen gebied). Behalve in officiële kunstruimtes en musea worden de projecten zoals gezegd ook in de openbare ruimte en in de natuur georganiseerd. Zo wordt niet alleen de kunstwereld maar ook de locale bevolking direct bereikt.
Nine Dragon Heads werkt samen met musea, galeries, culturele instellingen, maar ook met non-profitorganisaties op het gebied van natuur en milieu en met humanitaire organisaties als het Rode Kruis. Op de achtergrond spelen een aantal principes van de Fluxus beweging een blijvende rol: spontaniteit, onverwachte, scherpe en tegelijk ontwapenende acties. Behalve het ontregelende aspect, zijn humor, relativering en respect kernpunten. Deze elementen vergemakkelijken de dialoog en uitwisseling van ideeën. Met de stapsgewijze komst van democratie in Zuid-Korea keren ook uitingen van sjamanisme en boeddhisme terug en kunnen weer ter inspiratie dienen.Respect voor cultuur, de natuur, planten, dieren en uiteindelijk respect voor elkaar. ‘Nine Dragon Heads’ wil schoonheid, melancholie, gekte, levenslust, kortom elkevorm van energie uitdragen, ontvangen en regenereren tot iets nieuws.
Schräg / Tegendraads – Expo & Catalogue Curated / ed. Paul Donker Duyvis & Klaus Honnef
Cover Design: Gerard Hadders
Donker Duyvis, Paul & Honnef, Klaus (Hrsg.):
Schräg. Ausstellungskatalog. Landschaftsverband Rheinland / Rheinisches Landesmuseum Bonn, 1990
Heidelberg: Edition Braus, 1990. 171 S. Originalbroschur. ISBN: 3925835946 (EAN: 9783925835940 / 978-3925835940)
Inhalt: Vorwort: Robert de Haas, Christoph B. Rüger — Parodie, Travestie und das rechte Maß. Niederländische Kultur der Gegenwart:
Klaus Honnef — Schräg, oder Lob der Torheit?
Moralismus mit einem Augenzwinkern: Paul Donker Duyvis
Kunst am Anfang der 90er Jahre: Lothar Romain
Immer das gleiche? Niederländische Architektur zwischen Konvention und mehr …
Schlagworte: Wissenschaft und Kultur allgemein, Bildende Kunst
.
1990
SCHRAG, exhibition in Rheinisches Landesmuseum Bonn,
Kunsthaus Hamburg, Kunstverein Hamburg,
Neue Galerie, Berlin
and Prinsenhof, Delft
curators & ed. :
Paul Donker Duyvis and Klaus Honnef
text:
Paul Donker Duyvis, Klaus Honnef a.o.
Publisher : Edition Braus
ISBN 3-925 835-94-6
This slideshow requires JavaScript.
Erick van Egeraat: … ’Schräg / Tegendraads, parodie, humor en spot in hedendaagse Nederlandse kunst’ van Paul Donker Duyvis. Dat heb ik verslonden.”…
Erick van Egeraat (1956) is architect. Zijn bureau heeft kantoren in Moskou, Londen, Boedapest, Praag en Rotterdam. Zie het gehele interview met Joost van Velzen in Trouw 29 jan 2011
Amsterdam Photo 2002: VOYAGE? Reizen door een vrouwelijke binnenwereld
De Stichting Amsterdam Foto 2002 (Hans–Peter Schoonenberg) ism. SandberInstituut (Jos Houweling) heeft Paul Donker Duyvis en Klaus Honnef benaderd met de vraag een groepstentoonstelling samen te stellen met Nederlandse en Duitse Fotografen. Zij trachten een nieuw levensgevoel zichtbaar te maken in de hedendaagse fotografie. Donker Duyvis en Honnef werkten enkele malen samen als tentoonstellingsmaker. Het meest bekend is hun project ‘Schrag’ dat een dwarsdoorsnede biedt van de beeldende kunst, film, design en fotografie in de jaren tachtig in Nederland.
Uitgangspunt van deze tentoonstelling is de reis. De reis niet zozeer als doel, maar als reden om onderweg te zijn, om te verwijlen in een bestaande of denk beeldige plek ver weg, of dichtbij. Tevens is getracht een soort spiegeling te maken tussen Nederlandse en Duitse tijdgenoten.
Opvallend aan dit project is dat alle fotografen vrouwen zijn en een grote verwantschap vertonen. Zij verbeelden een intieme wereld dicht op het lichaam soms in relatie met binnenhuis architectuur, die de persoonlijke wereld accentueert. De buitenwereld lijkt ver weg en buitengesloten. Er heerst een vreemde spanning, die vaak sensueel is, soms op een naïeve wijze schaamteloos is, zonder ironie. Er spreekt openheid en een durf uit. Op de foto’s figureren veelal vrouwen alleen of met vrienden en verwanten uit de eerste cirkel eromheen. Zoeken zij beschutting of bereiden zij zich voor om zelfbewust naar buiten te treden?
De zich aftekenende teloorgang van lichamelijke, geestelijke en spirituele identiteit zet een nieuwe generatie van kunstfotografen aan tot een bijzondere vorm van ontdekkingsreis, die betrekking heeft op de eigen subjectiviteit en een bijna surreële gevoelswereld laat zien zoals in de foto’s van:
Het dreigende verlies van vertrouwd fysiek contact in een ongrijpbare Cyberspace en de geheimzinnige dreiging van de toekomstige toepassingen van recente onderzoeksresultaten van genetische onderzoeken leveren de achtergrond voor nieuwe fotografische verkenningen en attitudes. De fotografie soms aangevuld met de computer lijkt het aangewezen medium het hedendaagse gevoel van vervreemding te uiten en te transformeren.
Opening: vrijdag 27 September 2002
Expositie: 28 September – 20 Oktober 2002
Locatie: KunstKapel (Sandberg Instituut)
Prinses Irenestraat 16, Amsterdam (Metro WTC)
Info: +31614817977
Paul Donker Duyvis / Klaus Honnef